Soorten hechtdraden en naalden

Soorten hechtdraden en naalden

Welk hechtmateriaal kies je? En welke is geschikt voor de door jouw gekozen wondsluiting? Binnen de medische wereld vind je diverse soorten hechtmateriaal, allen gemaakt van verschillende materialen en geschikt voor verschillende toepassingen. Nieuwsgierig welke soorten hechtmateriaal F. vd Vooren Veterinair in haar assortiment heeft? Lees dan het kort en bondige overzicht in dit blog, of bezoek onze webshop.

Hechtdraden (hechtmateriaal)

Hechtmateriaal is leverbaar in verschillende materialen, te denken aan nylon, polyester, zijde en vicryl. Afhankelijk van de toepassing, kan de keuze gemaakt door op de volgende criteria te filteren;

  • Resorbeerbaar: draden lossen op door hydrolyse

  • Niet-resorbeerbaar: draden worden verwijderd, of blijven permanent aanwezig

  • Gevlochten: dit hechtdraad bestaat uit meerdere filamenten, goede hanteringseigenschappen

  • Monofilament: draad bestaat uit slechts één kern, geschikt voor doorlopende hechttechniek

  • Atraumatisch: naald zit vast aan de draad, naadloze overgang, minder trauma

Afhankelijk van de structuren zijn hechtdraden te verkrijgen in verschillende diktes (diameters). De dikte van de draad wordt uitgedrukt in USP of EP. Hechtdraden zijn te verkrijgen met een zeer kleine diameter b.v. (10-0), minder klein b.v. (<5-0), kleine (1-0) tot zeer grote diameter (3-5). Mocht het plaatsen van een hechting niet nodig zijn, dan kan er ook voor gekozen worden om de wond te dichten met weefsellijm of hechtstrips.

Hechtnaalden

Het plaatsen van een hechting wordt uitgevoerd in combinatie met een hechtnaald. Het kiezen van de juiste hechtnaald wordt bepaald door de volgende punten:

  • Keuze uit een snijdende naald, een ronde naald of een rechte naald

  • Kiest men voor een naald met een kromming, dan kan men kiezen voor een kromming van 5/8, 3/8 of ½. Bij een rechte naald is deze keuze uiteraard niet van toepassing

  • Kiezen welke lengte de naald moet hebben

Chirurgisch hechten

Chirurgisch hechten is een belangrijke handeling binnen de veterinaire chirurgie. Middels een kromme of rechte naald, en het hechtdraad bevestigd aan het uiteinde van de naald, is het mogelijk om verschillende orgaanstructuren (weer) aan elkaar vast te maken. Nadat het hechtdraad een structuur heeft gelegd worden de uiteinden van de hechtdraden vastgeknoopt. De knoop dient sterk en strak genoeg te zijn, zodat deze bij fysiologische trekkracht niet ontwart wordt. Vervolgens zal het helingsproces intreden. Hoelang dit proces duurt, is sterk afhankelijk van de plaats waar zich de wond bevind, alsmede het weefsel dat herstelt moet worden. Zo zal het helingsproces van de huidoppervlakte sneller verlopen dan dat van zenuwen of aderen. Een scherpe hechtnaald is van belang om een behandeling optimaal uit te kunnen voeren. De naald moet zo scherp zijn, dat de dierenarts of paraveterinair zonder al te veel weerstand de naald het te hechten weefsel kan halen.

Om het verrichten van een hechting zo praktisch mogelijk te maken, bestaan er zogenaamde snijdende en niet-snijdende naalden. Bij een snijdende naald heeft de naaldpunt meerdere scherpe zijkanten, dit worden ook wel ribben genoemd. Hierdoor wordt het insnijden van het weefsel makkelijker. Een niet-snijdende naald heeft een conische vorm. Bij gebruik van deze naald wordt het weefsel niet ingesneden, maar circulair weggedrukt. Een niet-snijdende naald wordt gebruikt bij het hechten van zacht en teer weefsel dat gemakkelijk uit elkaar valt. Tevens zorgt een conische naald ervoor dat de geperforeerde weefselstructuren intact blijven tijdens de behandeling, terwijl de snijdende naald, zoals de naam al doet vermoeden, de weefselstructuren daadwerkelijk insnijd en lokaal doorsnijdt. Dit geeft meer beschadiging.

Naalddiktes hechtnaalden

De naaldpunt van iedere hechtnaald begint spits en loopt geleidelijk op in diameter. De dikte, ook wel diameter, van de naald wordt bepaald door de uit te voeren behandeling. Om de behandeling zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen, is de diameter en vorm van de draad gelijk aan de diameter en vorm van de naaldschacht, zodat de gemaakte opening in het weefsel volledig door de draad wordt ingenomen. Hierdoor wordt het lekken van eventueel weefselvocht langs de draad tot een minimum beperkt. Ook kan men ervoor kiezen om hechtdraad te gebruiken dat een fractie dikker is dan de diameter van de naald om weefsel lekkage te voorkomen.

Vroeger was het gebruik van de hechttechniek, hechten met simpelweg een losse naald en draad, een veelgebruikte manier voor het dichten van onder andere wonden. Aan het uiteinde van de naald bevond zich het oog en het losse draad werd door het oog gebracht. Door het maken van een zogeheten kortere of langere overslag, geen knoop, ontstond al snel een probleem. De diameter van de in de naald dubbel gevouwen draad was namelijk groter dan de gewenste diameter waardoor het doorvoeren van naald en draad door het weefsel, ervoor zorgde dat er weefsel lekkage langs de draad ontstond.  

Laatstgenoemde hechttechniek is nog veel in gebruik, maar in de loop der tijd werd de plaatsing van het draad vergemakkelijkt door het oog aan de achterzijde van de naald op te laten, hierdoor werd het maken van een overslag overbodig. En dus de kans op weefsel lekkage een stuk kleiner.  

Zoals is terug te lezen is de uitvoering en plaatsing van een hechting steeds preciezer, waarbij het minste schade (aanrichten) bij het te behandelen weefsel het belangrijkste aandachtspunt is. Gelukkig maar, want niet elk soort weefsel of orgaan kan op exact dezelfde manier gehecht worden.

Heb je naar aanleiding van deze blog nog vragen over hechtdraden en naalden of wil je meer informatie? Neem dan gerust contact op met jouw rayonmanager of met onze klantenservice via 0570 87 02 95 of info@fvdvoorenveterinair.nl.

Gepubliceerd op: 18 maart | Terug
Bel mij terug
{{error}}